Eetbaar erfgoed
We hebben honderden oude vruchtrassen in Nederland: appels, peren, pruimen, kersen, kweeperen, mispels, perziken, abrikozen en noten (walnoten, hazelnoten en tamme kastanjes). Veel meer en andere rassen en soorten dan dat er in de supermarkten te koop zijn.
Al die oude vruchtrassen hebben elk hun specifieke eigenschappen en toepassingen. Sommige appel- en perenrassen zijn geschikt om te drogen, andere voor sap, weer andere voor appelmoes, taart, cider, wijn, jams etc. Er zijn vroegrijpe rassen en rassen die laat rijp zijn en na het oogsten nog moeten narijpen voor ze gebruiksklaar zijn. Tamme kastanjes kruis je even in, voordat je ze poft, waardoor ze lekker en zoetig worden. En mispels moet je ná de eerste vorst plukken, vervolgens op een koele plek bewaren, voordat ze eetrijp zijn. Maar wie weet dat allemaal nog?
Actie
Veel kennis over geschiktheid en beschikbaarheid in de tijd is terug te vinden in oude documentatie en receptenboeken en deels nog aanwezig in de hoofden van ouderen. Die kennis gaat snel verloren als we nu geen actie ondernemen om het te verzamelen, op te frissen en te delen.
Met Van Boom tot Bord behouden we culinair erfgoed door gebruiksmogelijkheden voor vruchten en noten uit landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle (hoogstam)boomgaarden onder de aandacht te brengen en levend te houden. Zo dragen we ook bij ook bij aan een mooi en natuurrijk landschap en behoud van agro-biodiversiteit.